Na tientallen jaren van brandbestrijding blijkt uit een nieuw twintig jaar durend onderzoek in de bergen van de Sierra Nevada dat regelmatige, gecontroleerde brandwonden niet alleen het risico op natuurbranden verminderen, maar zelfs het vermogen van een bos om koolstof op te slaan op de lange termijn vergroten. Deze contra-intuïtieve bevinding, gepubliceerd in Ecological Applications, heeft cruciale implicaties voor de klimaatdoelstellingen en bosbeheerstrategieën van Californië.
De paradox van vuur en koolstof
Jarenlang concentreerde het debat over voorgeschreven verbranding zich op de directe CO2-uitstoot ervan. Bij het verbranden van bomen komt CO2 vrij, een broeikasgas. Dit onderzoek toont echter aan dat herhaalde gecontroleerde branden de gezondheid en productiviteit van bossen bevorderen op een manier die opweegt tegen de verliezen op de korte termijn. De sleutel is dat regelmatige verbranding helpt bij het in stand houden van grote, brandbestendige bomen – ponderosa-dennen en suikerdennen – en tegelijkertijd de overgroei van kleinere, voor vuur vatbare soorten zoals wierookceder en witte spar voorkomt.
“We ontdekten dat de productiviteit van onbeheerde stands in de loop van de tijd afnam als gevolg van concurrentie en klimaatstress”, legt Yihong Zhu, hoofdauteur van het onderzoek van UC Berkeley, uit. “Ondertussen hielp het voorgeschreven verbranden om die grote bomen in stand te houden, waardoor uiteindelijk de algehele productiviteit van het bos *verhoogde.”
Hoe het werkt: veranderende bosdynamiek
In het onderzoek werden bospercelen gevolgd die aan verschillende behandelingen waren onderworpen, waaronder voorgeschreven verbranding, hersteluitdunning (het verwijderen van kleinere bomen) en geen interventie (controlepercelen). Onderzoekers hebben de koolstofopslag in alle delen van het bos zorgvuldig gemeten, van massieve boomstammen tot rottende dennennaalden.
De resultaten waren opvallend. Terwijl controleplots aanvankelijk meer koolstof opsloegen, haalden de plots die herhaaldelijk werden verbrand uiteindelijk hun netto productiviteit in en overtroffen ze zelfs. Dit betekent dat het bos meer CO2 uit de atmosfeer haalde dan er vrijkwam.
“Na de eerste brand was de productiviteit van die percelen laag”, zegt John Battles, hoogleraar en senior auteur aan de UC Berkeley. “Maar bij de derde brandwond waren de patronen veranderd.”
De boekhoudkundige uitdaging
Het kwantificeren van de koolstofimpact van elke behandeling was een enorme onderneming. Onderzoekers volgden elke koolstofpool in het bos, rekening houdend met groei, verval en uitstoot. Deze ‘enorme boekhoudklus’, zoals Battles het noemt, bracht een cruciale verschuiving in de bosdynamiek aan het licht.
Brandbestrijding heeft geleid tot de proliferatie van dicht struikgewas, waardoor een ‘brandstofladder’ is ontstaan waardoor kleine branden snel kunnen escaleren tot catastrofale kroonbranden. Voorgeschreven verbranding keert dit proces om, waardoor de onderlaag dunner wordt en de groei van brandbestendige bomen wordt bevorderd.
Evenwicht tussen brandrisico en koolstofopslag
Het onderzoek bouwt voort op eerder onderzoek waaruit blijkt dat het combineren van voorgeschreven verbranding met mechanische verdunning de meest effectieve manier is om het risico op natuurbranden te verminderen. Deze aanpak brengt echter ook de hoogste CO2-kosten met zich mee. De nieuwste bevindingen bieden een routekaart voor het balanceren van deze concurrerende prioriteiten.
Voor gemeenschappen in de buurt van bewoonde gebieden of gevoelige ecosystemen zoals gigantische sequoiabossen kan een combinatie van verbranding en uitdunning noodzakelijk zijn. Maar in diepere wildernisgebieden kan alleen voorgeschreven verbranding een betere optie zijn om de opgeslagen koolstof in stand te houden en tegelijkertijd de gezondheid van de bossen te verbeteren.
“We moeten deze behandelingen op de markt brengen”, benadrukt Battles. “Sommige behandelingen zijn in bepaalde situaties misschien beter dan andere, maar nu hebben we de afwegingen expliciet gemaakt, zodat we de juiste aanpak kunnen kiezen.”
Uiteindelijk onderstreept dit onderzoek het belang van proactief bosbeheer in een veranderend klimaat. Voorgeschreven verbranding gaat niet alleen over het voorkomen van bosbranden – het gaat erom ervoor te zorgen dat bossen ook in de komende generaties als vitale koolstofopslag blijven fungeren
