Ecosysteem uit het dinosaurustijdperk herbouwd in miljoenen jaren na het wereldwijde uitsterven

9

Een fossielenschat opgegraven op Spitsbergen, een afgelegen eiland in de Noordpool, schetst een verbazingwekkend beeld: een bloeiend onderwaterecosysteem had zich opmerkelijk snel hersteld na de ergste massa-uitsterving in de geschiedenis van de aarde. De ontdekking werpt nieuw licht op de nasleep van de ‘Grote Sterven’, die het einde markeerde van de Perm-periode en het leven zoals wij dat kennen een nieuwe vorm gaf.

De fossiele vindplaats, opgegraven in 2015 maar gedurende bijna tien jaar minutieus geanalyseerd, bevat meer dan 30.000 fragmenten (tanden, botten, schubben en zelfs gefossiliseerde uitwerpselen) die 249 miljoen jaar oud zijn. Dit vertegenwoordigt de oudst bekende gemeenschap van zeereptielen, amfibieën, vissen en haaien die samen gedijen na de verwoestende uitsterving aan het einde van het Perm, waarbij naar schatting 90% van alle mariene soorten werd uitgeroeid.

Een bottenbed vertelt een verhaal van snel herstel

De enorme dichtheid aan fossielen op Spitsbergen vormt wat een bonebed wordt genoemd: een opvallende laag die zichtbaar is langs de berghelling. Deze accumulatie vond plaats gedurende een relatief korte periode in de geologische tijd en bood ongekende details over het leven slechts een paar miljoen jaar na de massale uitsterving. Wetenschappers dachten eerder dat het herstel van mariene ecosystemen zo’n acht miljoen jaar zou duren voordat het een dergelijke complexiteit zou bereiken.

De “grote stervende” en zijn schaduw

De massale uitsterving van het eind-Perm werd veroorzaakt door op hol geslagen broeikasomstandigheden, deoxygenatie van de oceanen en verzuring – allemaal gevolgen van enorme vulkaanuitbarstingen die uiteindelijk het supercontinent Pangaea uiteen deden vallen. Deze gebeurtenis wordt vaak vergeleken met een planetaire resetknop.

Leerboeken beeldden typisch het zeeleven uit dat na deze catastrofe de oceanen langzaam in fasen herbevolkte. Maar het bottenbed van Spitsbergen draait dit verhaal om. Binnen drie miljoen jaar wemelde het in deze wateren van leven: roofzuchtige zeereptielen en amfibieën hadden complexe voedselwebben opgebouwd.

Een feest van fossiele diversiteit

De fossielencollectie op Spitsbergen is ontzettend divers. Het bevat overblijfselen van archosauromorfen (familieleden van moderne krokodillen), verschillende ichthyosauriërs (“vishagedissen”), variërend in grootte van slanke inktvisjagers tot reuzen van meer dan vijf meter lang, en een groot aantal andere gewervelde zeedieren. Een mondiale vergelijkende analyse met behulp van computers bevestigt dat deze verzameling een van de meest soortenrijke groepen van het vroege Mesozoïcum zeeleven vertegenwoordigt die ooit zijn ontdekt.

Heroverweging van oorsprong en evolutie

Deze ontdekking suggereert dat zeevarende reptielen en amfibieën hun zoektocht naar mariene omgevingen veel eerder begonnen dan eerder werd gedacht – mogelijk zelfs vóór het uitsterven zelf. Dit snelle herstel, gevoed door een uitbarsting van diversiteit en specialisatie, heeft waarschijnlijk de weg vrijgemaakt voor de evolutie van moderne mariene ecosystemen.

De fossielen van Spitsbergen schetsen een krachtig beeld van veerkracht en laten zien hoe het leven op aarde zich met verbazingwekkende snelheid herstelde van een van de meest verwoestende crises, en uiteindelijk de loop van de oceanische geschiedenis vormgaf.