Een toevallige ontdekking in het zand door een jonge jongen die opgroeide in de buurt van Sydney heeft geresulteerd in een bevinding die ons begrip van de evolutie van insecten opnieuw oriënteert. Robert Beattie, een gepensioneerde Australische leraar en levenslange fossielenliefhebber, heeft meer dan 150 miljoen jaar oude gefossiliseerde insecten opgegraven in Talbragar, een vindplaats in de centrale hoogvlakte van New South Wales.
Deze ontdekking, nauwgezet gecatalogiseerd en uiteindelijk geïdentificeerd als een nieuwe soort niet-bijtende mug, is het oudste exemplaar in zijn soort dat op het zuidelijk halfrond is gevonden. De vondst daagt heersende theorieën over de evolutie van deze insecten uit, die eerder suggereerden dat ze hun oorsprong vonden op het noordelijk halfrond op het oude supercontinent Laurasia.
Beattie’s passie voor fossielen begon in 1948 toen hij als kind een Perm-schelp ontdekte tijdens een familievakantie in Gerringong. Dit leidde tot een levenslange fascinatie waardoor hij zich verdiepte in de jacht op fossielen in de oostelijke staten van Australië en zijn vondsten sinds zijn late tienerjaren deelde met het Australian Museum.
Nadat hij op 59-jarige leeftijd met pensioen ging, wijdde Beattie zich fulltime aan de paleontologie en presenteerde hij zijn Talbragar-ontdekkingen op een conferentie in Edinburgh in 2016. Zijn presentatie trok de aandacht van Dr. Viktor Baranov, een in Spanje gevestigde paleontoloog die de betekenis van de kleine exemplaren inzag.
Baranovs bezoek aan het Australian Museum begin 2020 bevestigde dat de fossielen ongeveer 151 miljoen jaar oud waren en behoorden tot de Podonominae-subfamilie van muggen – insecten die zich voeden met nectar in plaats van met bloed. Deze groep is nog steeds wijdverspreid over de hele wereld, waarbij ongeveer 80% van de biodiversiteit tegenwoordig op het zuidelijk halfrond te vinden is.
“De geografische bias in het fossielenonderzoek heeft ons begrip van de evolutionaire oorsprong vertekend”, legt dr. Matthew McCurry uit, co-auteur van de studie gepubliceerd in Gondwana Research. “vondsten op het noordelijk halfrond zijn sterk in trek, wat van invloed is op welke regio’s meer paleontologische verkenning en financiering krijgen.”
Hij vervolgt: ‘Deze mug is een voorbeeld van het feit dat er, als we naar het zuiden kijken, opmerkelijke fossielen te vinden zijn die een nieuwe vorm geven aan wat we dachten te weten.’
Het team noemde de nieuwe soort formeel Telmatomyia talbragarica, wat ‘vlieg uit stilstaande wateren’ betekent – een passende beschrijving gezien de vindplaats van de fossielen een soort moddervijver lijkt te zijn geweest.
Op 82-jarige leeftijd vertoont Beattie geen tekenen van vertraging. Hij blijft een actieve onderzoeksmedewerker bij het Australian Museum, en volgende maand staat er alweer een excursie gepland voor Penrose in de zuidelijke hooglanden van New South Wales. Deze opmerkelijke ontdekking onderstreept de blijvende kracht van nieuwsgierigheid en toewijding: vaak verborgen in onverwachte hoekjes van ons verleden liggen diepgaande inzichten te wachten om ontdekt te worden.






























